Beschrijving van de attractie
De kerk van de Heilige Grote Martelaar Demetrius Thessaloniki werd opgericht in 1906. De architect was A. A. Vseslavin. De geschiedenis van de kerk begon echter lang voor de bouwdatum.
Aan het begin van de XIX-XX eeuw woonden er permanent ongeveer 1000 mensen in het dorp Kolomyagi, terwijl in de zomer de bevolking 5 keer toenam. De dichtstbijzijnde Kerk van de Aankondiging was in Staraya Derevnya. Het werd opgericht door de kanselier, een vooraanstaand staatsman uit het Elizabethaanse tijdperk A. P. Bestuzhev-Ryumin. Op het feest van de Transfiguratie van de Heer van de Kerk van de Aankondiging was er een processie met het kruis naar Kolomyagi.
In 1883 besloten de Kolomyazh-boeren om een stenen kapel te bouwen op de berg bij de ingang van het dorp ter ere van de keizer-bevrijder. De kapel ontworpen door F. K. Pirwitz. Eind augustus 1885 werd ze ingewijd in de naam van de heilige adellijke prins A. Nevsky. In 1896 werd aan de kapel een kleine glazen aanbouw toegevoegd, waarna deze de liturgie erin mocht dienen. Maar er was nog steeds niet genoeg ruimte voor parochianen en in de herfst en de winter werd het hier zo koud dat er alleen diensten werden gehouden op zon- en feestdagen.
Drie jaar later, met de zegen van de metropoliet van St. Petersburg en Ladoga, begonnen de boeren geld in te zamelen om de kapel om te bouwen tot een warme kerk. In 1906 werd het geld verzameld, bovendien wees de lokale graaf A. Orlov-Denisov-Nikitin 5.000 roebel en land toe voor een nieuwe houten kerk, waarvan het project werd ontwikkeld door A. A. Vseslavin.
De kerk met één altaar met een gedrongen koepel, gewijd aan de bevrijding van de boeren en de opening van de Doema, werd snel gebouwd: het werd gelegd in juli 1906 en al op 5 december werd het ingewijd ter ere van St. Demetrius van Thessaloniki, wiens herinnering in Rusland wordt geassocieerd met de verdediging van het vaderland, een militaire prestatie. Een kokoshnik met kleine koepels wordt bekroond met een achthoek van het hoofdvolume. Een single-tier klokkentoren met een spits is boven de ingang geïnstalleerd.
Sinds de bouw is de Dimitrievsky-tempel nooit gesloten geweest, behalve enkele maanden, toen hier een club werd opgericht. Maar niemand kwam hier. De tempel was een van de weinige die werkte tijdens de blokkade van Leningrad. Aan de noordelijke muur ligt het graf van pater John Goremykin, die hier diende in moeilijke tijden van oorlog. Toen hij helemaal zwak was van de honger, brachten de parochianen hem op sleeën naar de dienst. Aan de andere kant van de kerk werd de held-piloot F. Belyakov begraven. Hij stierf aan zijn verwondingen in het ziekenhuis en vroeg om begraven te worden binnen het tempelhek.
Momenteel blijft de Dimitrievsky-tempel in bedrijf. Deeltjes van de relieken van de monnik Serafijnen van Sarov, Patriarch Tichon, de heilige grote martelaar en genezer Panteleimon, Sint Pitirim van Tambov en de patroonheilige van het dorp Kolomyagi - Demetrius van Thessaloniki worden hier bewaard. Het icoon van de Moeder Gods van Kholmskaya trekt ook de aandacht van pelgrims en wordt vereerd door parochianen. Tot 1917 bestond er een vrouwengemeenschap in het Udelnaya-gebied, die zich voorbereidde om een klooster te worden. De zusters hadden dit beeld, dat zij als hun beschermheer beschouwden. Nu wordt het Kholm-pictogram in de kerk bewaard.
Nu is de kerk van Demetrius Thessaloniki de zeldzaamste houten kerk van pre-revolutionaire constructie in de stad. In 1990 kwam hier aartspriester Ippolit Kowalski, op wiens initiatief veel in het leven van de kerk ten goede veranderde: het gebouw van binnen en van buiten werd volledig gerestaureerd, het tempelgebied werd op orde gebracht en verkeert in uitstekende staat. Jonge moeders met kleine kinderen wandelen hier graag.
Het aantal parochianen is flink gegroeid. Vroeger ontvingen 2-3 mensen hier de communie, en nu, zelfs op weekdagen, gaan tot 30 mensen naar de communie, en op zon- en feestdagen - 50-200 mensen. Elke dag zijn er 3-5 doopfeesten en in het weekend komen er 20-30 mensen om zich te laten dopen. Daarom werd in de buurt een andere doopkerk gebouwd in de naam van de monnik Martelaar Eugenia - de patrones van medische werkers. Dit is de enige kerk in St. Petersburg die haar naam draagt.
In de buurt van de kerk is er een kapel in de naam van de heilige gezegende prins A. Nevsky, die werd ingewijd door Alexy II, de meest heilige patriarch van Moskou en heel Rusland, door de zorg van pater Ippolit na restauratie in de herfst van 1990.
