Beschrijving van de attractie
Het Oostenrijkse museum voor toegepaste kunst (MAK) is een museum voor decoratieve kunst in het eerste district van Wenen, Innerstadt. Naast de focus op traditionele kunst, legt het museum ook bijzondere nadruk op hedendaagse kunst.
In de 19e eeuw bezocht filantroop Rudolf Eitelberger het Victoria and Albert Museum in Londen, waarna hij de droom had om een soortgelijk museum in Wenen te openen. Eitelbergers plannen kwamen uit in 1872, toen het museum werd gebouwd door Ferstel, de maker van het beroemde Cafe Central. In het museum werd een school voor toegepaste kunst georganiseerd, met als studenten Kokoschka en Gustav Klimt.
Na de annexatie van Oostenrijk bij het Duitse Rijk, werd het museum in 1938 omgedoopt tot het Staatsmuseum voor Decoratieve en Toegepaste Kunsten in Wenen. Tussen 1939 en 1945 werd een deel van de collectie in beslag genomen. Sinds 1998 zijn door het uitgevoerde onderzoek tal van kunstwerken teruggegeven.
In 1947 werd het Staatsmuseum voor Decoratieve en Toegepaste Kunsten in Wenen omgedoopt tot het Oostenrijkse Museum voor Toegepaste Kunsten. In 1949 werd het museum geopend na het herstel van de tijdens de oorlog opgelopen schade.
De eerste verdieping van het museum vertelt over middeleeuwse kunst; de Duitse kunstenaar Gunther Forgh werkte mee aan het ontwerp van de zalen. Een andere zaal is gemaakt in de stijl van Amerikaans minimalisme door Donald Judd.
De expositie van het museum presenteert meubels, maar ook textiel, glas en porselein. Maquettes van verschillende architectenbureaus laten bezoekers kennismaken met de ongelooflijke werken van de moderne architectuur. In het bijzonder zie je "Frankfurt Cuisine" van ontwerpster Margareta Schütte-Lichotzky, die in 1926 haar visie op de moderne keuken deelt.
Het museum is ongetwijfeld zeer interessant en buitengewoon.