Kapelle Burgstein beschrijving en foto's - Oostenrijk: Längenfeld

Inhoudsopgave:

Kapelle Burgstein beschrijving en foto's - Oostenrijk: Längenfeld
Kapelle Burgstein beschrijving en foto's - Oostenrijk: Längenfeld

Video: Kapelle Burgstein beschrijving en foto's - Oostenrijk: Längenfeld

Video: Kapelle Burgstein beschrijving en foto's - Oostenrijk: Längenfeld
Video: Kraftquell Längenfeld / Hängebrücke Burgstein-Brand 2024, Juni-
Anonim
Burgstein-kapel
Burgstein-kapel

Beschrijving van de attractie

De rooms-katholieke kapel Burgstein, ingewijd ter ere van de Maagd Maria, bevindt zich buiten de stad Längenfeld op een zeer schilderachtige locatie. Om er te komen, vanuit Längenfeld, moet je over een metalen hangbrug met een lengte van 83 meter, die op 220 meter hoogte over het dal is geworpen. Ondanks de kloof die onder de voeten opengaat, wordt de brug elke dag bestormd door honderden toeristen die de keurige Tiroler kapel willen zien. De weg naar de Burgsteinkapel is onlangs geplaveid en is ook zonder veel fysieke training geschikt voor toeristen.

De kapel van de Maagd Maria bevindt zich in het oostelijke deel van de vallei, op een klein plateau. Het werd gebouwd rond 1670. Het rechthoekige heilige gebouw met een steil zadeldak is versierd met een houten torentje met een bolvormige pommel. De toren met uitzicht op het dak is een klokkentoren. Op de gevel zie je een bescheiden kruisbeeld dat boven een klein vierkant raam is geplaatst. Dit is misschien wel de enige buitendecoratie.

De Burgsteinkapel blijft actief. De enige kamer is versierd met lunetten in de vroege barokstijl en stucwerk in de vorm van bloemenslingers. Het dominante kenmerk van het interieur is het altaar, gebeeldhouwd in de late barokstijl door de timmerman Cassian Getsch. Het altaarstuk van de Maagd Maria, gedateerd 1682, wordt wonderbaarlijk genoemd; honderden pelgrims komen hem aanbidden. In de tempel zijn ook twee barokke doeken te zien. Op de ene staat Sint-Pieter en Sint-Margaret afgebeeld, op de andere Sint-Joris en Sint-Michiel. Ze werden geschreven door Georg Helrigl in 1677 en 1678.

Aanbevolen: