Beschrijving van de attractie
Het kenmerk van de stad Durnstein, gelegen in de Wachau-vallei, is de hoge blauwwitte klokkentoren van de Marie-Himmelfart-kerk, die deel uitmaakt van het klooster van de Augustijner kanunniken.
De tempel werd gebouwd in de eerste helft van de 18e eeuw en het klooster zelf verscheen veel eerder aan de oevers van de Donau - in 1410. Daarvoor stond op de plaats van de huidige kloosterkerk al een kapel van de Maagd Maria met een ruime crypte. In 1710 werd Hieronymus Ubelbacher abt van het klooster in Dürnstein. Hij startte de herbouw van het hem toevertrouwde complex in barokstijl. Drie architecten werkten aan de reconstructie van de abdij van de Augustijner kanunniken: Matthias Steinl, Jacob Prandtauer en Joseph Munggenast.
In 1788 werd het klooster opgeheven in opdracht van keizer Jozef II. Op dit moment is de abdij weer eigendom van de Augustijner monniken. Het herbergt een centrum voor internationale bijeenkomsten.
In 1985 werd dankzij gulle giften van verschillende organisaties het kloostercomplex in Dürnstein herbouwd. De reconstructie kostte 50 miljoen shilling. Op het einde van de 20e eeuw werden de crypte en de kerk van Marie-Himmelfart hersteld. De toren is versierd met waardevolle reliëfs rond het thema van de kruisweg van Christus. Het is bekroond met een kruis - een symbool van Christus' overwinning op lijden en dood. Onder de pommel zijn de figuren van de vier evangelisten te zien.
Het klooster van de Augustijner kanunniken is open voor bezoeken van april tot november. Tijdens de rondleiding kun je de twee binnenplaatsen van het klooster zien en de kerk bezoeken.
