Beschrijving van de attractie
In het Rioleringsmuseum van Parijs kunt u in detail kennis maken met de geschiedenis van de strijd van de metropool voor netheid en sanitaire veiligheid. Niet het beste onderwerp voor een praatje, maar een enorm probleem voor elke grote stad.
De Romeinen begrepen dit goed: onder de ruïnes van Romeinse baden in het Quartier Latin werden rioolbuizen gevonden. Met de val van het Romeinse rijk vergaten de Parijzenaars sanitaire voorzieningen; vloeibaar afval werd gewoon in straatgreppels gegooid. In 1131, op de Greve-markt, gooide een zwart varken het paard van koning Filips de Jonge om - de vorst viel in een hoop uitwerpselen en stierf een dag later. Open rioleringen waren bronnen van infectie en vreselijke stank.
In 1370 bouwde de provoost van Parijs, Hugues Aubriot, het eerste echte rioleringssysteem - de gewelfde tunnel onder Montmartre. Onder Lodewijk XIV werd aan de oevers van de Seine een grote ronde rioolbuis aangelegd. Onder Napoleon bestond het rioleringssysteem van de hoofdstad al uit 30 km aan tunnels.
De echte veranderingen begonnen onder de prefect van Parijs, baron Haussmann. Ingenieur Eugene Belgran heeft een geavanceerd riolerings- en waterleidingsysteem ontwikkeld. Tegelijkertijd besloot hij de oude tunnels te gebruiken, verstopt met eeuwenoude modder. De Parijzenaars maakten zelf 200 tunnels gratis schoon: hiervoor deed het gerucht de ronde over de zogenaamd beschikbare schatten hier. In 1878 was het rioleringsnetwerk van de stad gegroeid tot 600 km.
Tegenwoordig is het Parijse riolerings- en afvalwaterzuiveringssysteem een van de grootste in Europa. Onder de stad is 2.100 km aan tunnels gelegd, die een spiegelbeeld zijn geworden van straten aan de oppervlakte: ze hebben dezelfde namen en dezelfde nummering van "huizen".
Het Rioleringsmuseum bevindt zich in de ondergrondse galerijen bij de Almabrug. Er zijn hellingen voor bezoekers, waarlangs je langs de bestaande collectoren kunt lopen. Ventilatoren zorgen voor frisse lucht. U kunt het huidige beschermingssysteem tegen overstromingen van het Verzetsplein, de straatverbinding Cognac-Zhe, de verzamelaar van Bosquet Avenue zien.
Tegenwoordig worden de Parijse riolen beheerd door computers. Maar op de tribunes van het museum kun je de apparatuur zien die in vroegere tijden door rioolreinigers werd gebruikt, en zelfs hun wapens, gevonden in de tunnels.