Beschrijving van de attractie
De Weense Academie voor Schone Kunsten werd in 1692 opgericht als de privéacademie van de schilder keizer Leopold I Peter Strudel en is daarmee de oudste kunstacademie in Midden-Europa. Na het overlijden van de hofschilder Peter Strudel in 1714 werd de academie tijdelijk gesloten. Maar al in 1726 heropende keizer Karel VI het.
In 1872 kreeg de Academie de status van instelling voor hoger onderwijs. Sinds 1876 is de Academie gevestigd in een gebouw ontworpen door de architect Theophilus Hansen in de stijl van de Italiaanse Renaissance.
In 1907 en 1908 probeerde de jonge Adolf Hitler, die uit Linz was gekomen, twee keer tevergeefs om tekenlessen te volgen. Hij bleef in Wenen en probeerde zijn beroep als kunstenaar voort te zetten. Hij werd al snel zonder levensonderhoud achtergelaten en begon amateurschilderijen te verkopen, voornamelijk aquarellen, totdat hij in mei 1913 Wenen verliet en naar München vertrok.
Momenteel is de Academie een van de toonaangevende centra voor de opleiding van kunstenaars. De Academie is onderverdeeld in de volgende instituten: het Instituut voor Schone Kunsten, dat drie afdelingen herbergt voor schilderkunst, grafiek, schone kunsten, media, beeldhouwkunst; Instituut voor Kunsttheorie en Culturele Studies (kunsttheorie, filosofie, geschiedenis); Instituut voor Conservering en Restauratie;
Instituut voor Natuurwetenschappen en Technologieën in Kunsten; School of Teaching Crafts, Design, Textielkunst); Instituut voor Kunst en Architectuur. De academie heeft momenteel zo'n 900 studenten, van wie bijna een kwart internationale studenten.
De Art Gallery, gelegen op de tweede verdieping van de West Wing, herbergt een indrukwekkende collectie schilderijen uit de 14e eeuw. Bijzonder opmerkelijk zijn de schilderijen van Bosch "Het Laatste Oordeel", evenals werken van Rubens, Titiaan en Rembrandt.