Keulen is een van de oudste en grootste steden van Duitsland.
In de 1e eeuw voor Christus. op de rechteroever van de Rijn, in de landen van het huidige Keulen, woonde de Germaanse stam van de Ubi. Ongeveer 39 v. Chr in overleg met de Romeinen verplaatsten de moorden zich naar de linkeroever. De Romeinen stichtten op de rechteroever van de Rijn een kleine nederzetting Oppidium Ubiorum, die al snel een belangrijke buitenpost van het rijk werd.
In 50 na Chr. een inwoner van Oppidium Ubiorum, Agrippina de Jongere (Julia Augusta Agrippina), al tegen die tijd de vrouw van keizer Claudius, haalde haar echtgenoot over om haar geboorteplaats de status van een "kolonie" te geven, waardoor hij een aantal rechten en voorrechten. De stad kreeg de naam "Colonia Claudia Ara Agrippinensium" (Latijn voor de kolonie van Claudius en het altaar van de Agrippinians). Vervolgens begonnen ze in het dagelijks leven eenvoudig "Kolonie" of "Keulen" te gebruiken.
Vorming en bloei van de stad
De stad begint actief te groeien en zich te ontwikkelen en rond het 85e jaar wordt het de hoofdstad van de provincie Neder-Duitsland. In 260 riep de Romeinse commandant Marcus Postum, profiterend van de crisis en een reeks militaire conflicten, zichzelf uit tot keizer van het Gallische rijk, waarvan Keulen de hoofdstad werd. Het Gallische rijk duurde slechts 14 jaar, waarna Keulen weer onderdeel werd van het Romeinse rijk. In 310 werd bij decreet van keizer Constantijn in Keulen de eerste brug over de Rijn gebouwd. In het midden van de 5e eeuw werd Keulen veroverd door de Ripoir Franken.
Sinds de Romeinse tijd is Keulen de zetel van een bisschop; in 795 kreeg de stad bij besluit van Karel I de Grote de status van aartsbisdom. De aartsbisschoppen van Keulen hadden de exclusieve macht en regeerden bijna vijf eeuwen volledig over de stad. De aartsbisschop van Keulen was ook een van de zeven keurvorsten van het Heilige Roomse Rijk.
Een nieuwe pagina in de geschiedenis van Keulen begint in 1288 met de zogenaamde Slag bij Vorringen, die werd veroorzaakt door een lang conflict over de rechten op de Limburgse erfenis (de belangrijkste partijen bij de confrontatie waren de aartsbisschop van Keulen Siegfried von Westerburg en Hertog Jean I van Brabant). Daardoor werd Keulen eigenlijk een vrije stad, en hoewel alles ook het centrum van het aartsbisdom bleef, behield de aartsbisschop alleen het recht om het recht te beïnvloeden.
De ligging van Keulen op het kruispunt van belangrijke handelsroutes is al eeuwenlang de basis voor de ontwikkeling en welvaart van de stad. Keulen was lange tijd een van de grootste en belangrijkste winkelcentra in de regio. Een belangrijke rol in de welvaart van de stad werd gespeeld door het lidmaatschap van de Hanze, evenals de status van de Vrije Keizerlijke Stad, officieel toegewezen aan Keulen in 1475. Het hoogtepunt van de welvaart van de stad viel in de 15-16e eeuw.
Nieuwe tijd
Om vernietiging te voorkomen, gaf Keulen zich in 1794 vrijwillig over aan de Fransen en verloor het zijn onafhankelijkheid, omdat het deel ging uitmaken van het Napoleontische rijk. In 1814 werd de stad bezet door Russische en Pruisische troepen, en al in 1815 trok Keulen zich bij besluit van het Congres van Wenen terug naar Pruisen.
De 19e eeuw was voor Europa het tijdperk van wereldwijde industrialisatie. Ook Keulen stond niet opzij, waarvoor deze periode een nieuwe fase in ontwikkeling werd. In 1832 werd een telegraaflijn aangelegd en in 1843 werd de spoorlijn Keulen-Aken geopend. Een belangrijke gebeurtenis voor de stedelingen was de hervatting van de bouw van de beroemde Dom van Keulen (het werk werd halverwege de 16e eeuw stopgezet). In 1881 werden de middeleeuwse stadsmuren afgebroken en breidde Keulen, als gevolg van de annexatie van de buitenwijken, zijn grenzen aanzienlijk uit. Tegen het einde van de 19e eeuw werden in Keulen veel fabrieken en fabrieken gebouwd en werd de stad een van de grootste industriële centra van het Duitse rijk.
Keulen overleefde de Eerste Wereldoorlog met minimale schade. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd als gevolg van meerdere bombardementen het grootste deel van de stad grondig verwoest. En hoewel de naoorlogse wederopbouw van Keulen in een versneld tempo vorderde, duurde het meer dan een decennium om de stad weer op te bouwen en infrastructuur tot stand te brengen.
Tegenwoordig is Keulen een groot industrieel, transport- en cultureel centrum van Duitsland. De stad staat bekend om zijn vele uitstekende musea en galerijen, evenals een overvloed aan verschillende culturele evenementen, die elk jaar miljoenen toeristen van over de hele wereld aantrekken.