Beschrijving van de attractie
De machtige vesting Gravensteen, aan weerszijden gewassen door het water van de Leie, ligt in het centrum van Gent en wordt beschouwd als een van de belangrijkste attracties. Graaf Boudewijn I van Vlaanderen bouwde in de 9e eeuw het eerste fort op deze plek, dat bedoeld was om de inwoners te beschermen tegen de Vikingen. Graaf Arnulf herbouwde in de volgende eeuw het fort en veranderde het in een kasteel, gebouwd van hout.
Het huidige fort dateert uit 1180. De schepper was graaf Filips van de Elzas. Hij was verrukt over de kastelen die hij tijdens de tweede kruistocht zag. Een stenen toren met drie verdiepingen en een hoogte van 33 meter domineerde het fort. Het was omringd door andere gebouwen.
Kasteel Gravensteen diende tot de 14e eeuw als residentie van de heersers van Vlaanderen, toen ze verhuisden naar het nu verwoeste fort Prinsenhof, dat als comfortabeler werd beschouwd en omgeven was door schaduwrijke tuinen. Het verlaten Gravensteen werd omgebouwd tot gevangenis. Het stadsbestuur regeerde tot 1778 over het kasteel, veilde het en verkocht het aan particulieren. In 1807 begon een katoenfabriek in de donjon en 50 families van arbeiders uit deze fabriek vestigden zich in de schuren en bijgebouwen van het kasteel van de graaf. Het kasteel stond op de rand van vernietiging en ze wilden het zelfs slopen. De lokale bevolking zag hem als een symbool van machtsmisbruik, onderdrukking en gruwelijke martelingen.
Aan het einde van de 19e eeuw kocht de staat het kasteel en begon het te restaureren. Naburige gebouwen, die in de 16e eeuw dicht bij de muren werden toegevoegd, werden gesloopt en een deel van de verdedigingsmuren van het fort werd in zijn oude vorm hersteld.
Tegenwoordig is in het kasteel het Martelmuseum geopend, dat herinnert aan de tijd dat hier gevangenen werden vastgehouden. Naast martelwerktuigen zijn hier ook middeleeuwse wapens te zien.