Beschrijving van de attractie
Een korte wandeling van de hoofdingang van Valletta is het oude gebouw van de Auberge van de Provence - een soort residentie waarin de ridders-hospitaalridders, die uit Frankrijk kwamen, woonden. Dit werd bestuurd door Auberge Gran Commander, die ook diende als penningmeester van de Ridders van Malta. De lokale architect Girolamo Cassar werkte aan dit gebouw in 1571-1575. In de 17e eeuw werd de gevel volledig herbouwd. Het is momenteel versierd met Dorische en Ionische zuilen. De lobby van het gebouw is vrijwel ongewijzigd gebleven. Je kunt het ook betreden als je niet van plan bent om het Archeologisch Museum te bezoeken, dat sinds 1990 de kamers van Aubert Provence bezet.
Meer dan honderd jaar, van 1820 tot 1954, werkte de British Officers' Club in dit paleis. Tegenwoordig is het herenhuis volledig opnieuw ontworpen voor de behoeften van het Archeologisch Museum. Tot voor kort was in het gebouw ook een kunstgalerie gevestigd.
Het Nationaal Archeologisch Museum van Malta is klein, maar zijn exposities zouden jaloers zijn op vele beroemde musea in de wereld. Het herbergt veel artefacten uit het prehistorische tijdperk, gevonden tijdens opgravingen van de megalithische tempels waarvoor Malta beroemd is. De meest waardevolle exposities worden beschouwd als een klein beeldje van de Slapende Dame en een al even miniatuur Venus van Malta. Het gedeeltelijk bewaard gebleven standbeeld van de Dikke Dame dat in de Tarshin-megaliet is gevonden, is ook interessant. Helaas is het bovenste deel van dit beeld, vermoedelijk 3 meter hoog, verloren gegaan. Nu zien we alleen de benen van een dame in een wijde broek, bedekt met een pluizige rok. Een kopie van dit beeld is te vinden in de megalithische tempel van Tarshin, die open is voor het publiek.
Het Archeologisch Museum bevat ook de overblijfselen van Romeinse zuilen, oude olielampen gevonden in de catacomben, glaswerk gemaakt door Romeinse ambachtslieden. Op een van de marmeren pilaren kun je een gebed zien opgezegd in het Grieks en Fenicisch. Dankzij deze vondst werd de Fenicische taal ontcijferd.