Beschrijving van de attractie
In 1891 werd het Kunsthistorisches Museum geopend. Het ligt net ten zuiden van de oude stad, de afstand van dit museum tot de Stephansdom is niet meer dan een kilometer. De museumcollectie bestaat voornamelijk uit kunstwerken en oudheden verzameld door vertegenwoordigers van de keizerlijke Habsburgse dynastie. Het is het grootste kunstmuseum van heel Oostenrijk.
Tegenover het Kunsthistorisches Museum staat het Natuurhistorisch Museum, gemaakt in dezelfde neorenaissancestijl. Het gebouw zelf valt op door zijn grote lengte en wordt bekroond met een krachtige achthoekige koepel met een hoogte van 60 meter. De interieurs zijn rijkelijk versierd met marmer, verguldsel en stucwerk.
De collectie van het museum is verdeeld in verschillende secties - de kunst van het oude Egypte en het Nabije Oosten, oude Griekse en Romeinse antieke kunst, zalen met sculpturen en nog veel meer. Aparte galerijen zijn gewijd aan decoratieve kunstvoorwerpen, evenals collecties van oude munten. Er is ook een grote stadsbibliotheek op het grondgebied van het museum.
Het meest populaire gedeelte van het museum is echter de kunstgalerie, waar werken van Italiaanse, Vlaamse en Nederlandse kunstenaars te zien zijn. Onder de "Oude Meesters" is het noodzakelijk om Titiaan, Raphael, Caravaggio, Peter Paul Rubens, Rembrandt, Bosch en in het bijzonder Pieter Bruegel de Oude op te merken. Er wordt aangenomen dat het museum ongeveer een derde van het kunstwerk van deze Vlaamse kunstenaar herbergt. Ook zijn hier de unieke sieradenwerken van Benvenuto Cellini, die nergens anders bewaard zijn gebleven.
De kunstgalerie heeft ook secties die volledig zijn gewijd aan de Oostenrijkse gotiek en het Oostenrijkse maniërisme. Er zijn ook werken van enkele Franse, Spaanse en Engelse kunstenaars, bijvoorbeeld Nicolas Poussin, Diego Velazquez en Thomas Gainsborough.
