Beschrijving van de attractie
Aan de kust van de Zwarte Zee, niet ver van Sudak, bevindt zich een van de geologische wonderen van de wereld - de berg Karaul-Oba. Bijna de hele zuidelijke kust van de Krim is perfect zichtbaar vanaf zijn prachtige toppen, en de berg zelf is een opslagplaats van vele oude geheimen.
In de oudheid was de berg een enorm koraalrif, de hoogte bereikt 341 meter boven de zeespiegel. In de 2e eeuw voor Christus woonde hier de Stier - de eerste bekende bewoners van de Krim. En vandaag zie je een monument van hun oude cultuur: de overblijfselen van nederzettingen, utiliteits- en woongebouwen, fragmenten van uniek oud keramiek. Op de meest onverwachte en ongewone plaatsen van de berg zijn er de zogenaamde "Taurus Ladders", uitgehouwen in rotsachtige gangen. Vervolgens werd een van deze trappen gerenoveerd door prins Lev Sergejevitsj Golitsyn, die verliefd was op deze plaatsen.
Als je kijkt naar het historische verleden van de legendarische berg, dan zie je op de steile westelijke hellingen niet alleen een herinnering aan de oude Taurus, maar ook de overblijfselen van het oude fort van koning Asander, die hier in de 1e eeuw voor Christus bouwde. een van de buitenposten van het Bosporus-koninkrijk - het fort van Athenion. Dit fort controleerde de omliggende landen tegen vijandelijke penetratie vanuit de zee en bewaakte de handelsroute Bosporus-Chersonesos. Het fort ligt op de westelijke helling boven de Kutlak-baai. Karaul-Oba dankt zijn naam aan een van de uitkijktorens van het fort, dat zich op het hoogste punt van de klif bevond.
Naast oude nederzettingen staat de berg vol met andere attracties. Hier zie je de beroemde stenen stoel uitgehouwen in de rots, waarin prins Golitsyn graag zat, kijkend naar het prachtige panorama van de hele kust: van de berg Ayu-Dag tot Kaap Karadag. Vanaf hier is er een prachtig uitzicht op het amfitheater van de Nieuwe Wereld en zijn opvallende baaien met helder, blauw water. Onder de berg zelf zijn er verbazingwekkende natuurlijke grenzen - het "Adam's bed" verstrengeld met klimop, waarachter zich een wilde "hel" en een gezellig "paradijs" bevinden, beschreven in de gedichten van N. V. Lezin.