Het noordelijke deel van Europa wordt vertegenwoordigd door Finland, het Scandinavische schiereiland, IJsland en Svalbard. Op deze plaatsen heerst een ruw klimaat met een duidelijke invloed van de arctische luchtmassa's. Het noorden van Europa wordt ingenomen door landen, waarvan de meeste een poolnacht en een pooldag zijn. Deze kenmerken onderscheiden de Scandinavische landen van andere staten.
Noordelijke staten van Europa
Finland en de Scandinavische landen bevinden zich in deze regio, waaronder Zweden, Noorwegen, IJsland, Denemarken en de Faeröer. Een andere aanduiding voor het Europese noorden is Scandinavië. Dit is een uniek deel van het land, waarvan de landen de hoogste levensstandaard ter wereld hebben. De lokale bevolking toont verbazingwekkende voorbeelden van een rijk en gelukkig leven en een lang leven. De staten in het noorden van het continent hebben geen rijke flora en fauna, maar hun harde karakter trekt veel toeristen aan. Elk van hen heeft een unieke smaak, omdat de landschappen van de noordelijke landen ongelooflijk mooi zijn. Er zijn fjorden, bergen, kusten, rivieren, weiden, bossen.
Noorwegen is een van de meest verleidelijke landen. Eeuwenlang is het land bedekt met ijs en sneeuw. Tegelijkertijd wordt het klimaat van het land als gunstig beschouwd. De warme Golfstroom passeert vlakbij, wat een impact heeft op het klimaat. In de zomer bloeien daar boomgaarden en in de winter bevriest het water van de zee niet. De geografische ligging aan zee is typerend voor de noordelijke landen van Europa. Hun klimatologische omstandigheden worden sterk beïnvloed door de zee. Grote steden en hoofdsteden van landen liggen aan de zeekusten. De zeeën rond Noorwegen, Denemarken en IJsland zijn in de winter niet bedekt met ijs. Het vormt zich in de baaien van de Oostzee, waarvan het water Finland overspoelt. Het Scandinavische schiereiland heeft een sterk grillige kustlijn vanuit het westen en zuiden. Er zijn fjorden of baaien met kronkelende en steile oevers.
Landkenmerken
Het noorden van Europa wordt gekenmerkt door een hoog reliëf. De Scandinavische bergen bevinden zich op het Scandinavische schiereiland. Dit schiereiland wordt samen met Finland ook wel Fennoscandia genoemd. Het wordt beschouwd als de rand van morenebossen. De hooglanden en het vochtige klimaat hebben geleid tot het ontstaan van talrijke korte rivieren met watervallen en stroomversnellingen. Op het grondgebied van Zweden en Noorwegen zijn er een groot aantal rivieren waarop waterkrachtcentrales zijn gebouwd. Het noordelijke deel van Europa wordt als dunbevolkt beschouwd. De lokale bevolking wordt vertegenwoordigd door Noren, Zweden, Denen en Finnen. Mensen leven voornamelijk in de comfortabele en ontwikkelde zuidelijke gebieden en kustgebieden. De landen van deze regio hebben een goed ontwikkelde industrie. Visserij valt op in Noorwegen en IJsland.