Beschrijving van de attractie
De Sint-Nicolaaskerk, beter bekend als de Oude Kerk, is de oudste parochiekerk en het oudste nog bestaande gebouw van Amsterdam. Op deze plaats heeft een houten kapel gestaan, waarschijnlijk vanaf het allereerste begin van de nederzetting. In 1306 werd hier al een stenen kerk gebouwd. Het toenmalige Amsterdam is een klein vissersdorpje, en het is niet verwonderlijk dat de kerk is vernoemd naar Sint-Nicolaas, de patroonheilige van de zeelieden. Het dorp groeide echter snel, de bevolking nam toe en in 1410 werd een andere - Nieuwe - Kerk gebouwd en werd de Sint-Nicolaaskerk niet langer de Oude Kerk genoemd.
Mensen kwamen hier niet alleen samen voor gebed. Vissers droogden en repareerden hier netten, kooplieden praatten over zaken en gewone stedelingen kwamen elkaar opzoeken en wisselden het laatste nieuws uit. De kerk kreeg de bijnaam "Amsterdamse salon".
Het interieur van de kerk is zeer bescheiden, want tijdens de Reformatie werden alle iconen, versieringen en fresco's vernietigd. Alleen de schilderijen die heel hoog onder het plafond zaten, hebben het overleefd. Sinds de 16e eeuw worden hier bruiloften geregistreerd en wordt het belangrijkste deel van het stadsarchief bewaard - in een met ijzer beklede kist versierd met het stadswapen.
De Sint-Nicolaaskerk heeft het grootste houten gewelf van Europa en wordt door sommigen beschouwd als de beste akoestiek. Dit is te zien door te luisteren naar een van de vier orgels die in de kerk zijn opgesteld.
Een onderscheidend kenmerk van de Oude Kerk kunnen de figuren van schepen worden genoemd die de kerk sieren - dit is een herinnering dat ze hier ooit baden voor een succesvolle reis. De prachtige glas-in-loodramen werden voornamelijk in de 15e en 16e eeuw gemaakt.