Beschrijving van de attractie
De Porta Soprana-poort diende een tijd als de hoofdtoegangspoort tot Genua. Tegenwoordig is het een van de best bewaarde middeleeuwse stenen gebouwen, gelegen op de top van de Piano di Sant'Andrea-heuvel nabij het historische centrum van Ravecca, de oude stadswijk. Vlakbij is het huismuseum van Christoffel Columbus, de beroemdste inwoner van Genua. Zowel de Porta Soprana-torens als het Columbus Museum zijn open voor het publiek.
De historische poort werd "opgeslokt" door de bouwhausse die aan het begin van de 14e eeuw in de stad losbarstte: een huis van één verdieping werd gebouwd onder de Porta Soprana-boog tussen de twee torens, waarin de zoon van Simson, de beul die tijdens de revolutie de Franse koning Lodewijk XVI onthoofde, leefde. In de 19e eeuw werd er nog een verdieping aan het huis toegevoegd.
In dezelfde 19e eeuw werden beide Porta Soprana-torens omgebouwd tot gevangenis, net als het nabijgelegen Sant'Andrea-klooster. Gevangenen en cipiers woonden in dezelfde kamer. Omstreeks 1890 werden de poorten, waarvan de kantelen reeds uit de bastions waren verdwenen, gerestaureerd door de architect Alfredo d'Andrade, hoofd van de Directie voor Schone Kunsten. Met zijn deelname werden ook de noordelijke toren van Porta Soprana en de boog met uitzicht op het middenpad hersteld. De kolomkapitelen werden aangevuld met romaanse beeldhouwwerken van adelaars. De zuidelijke toren bevond zich tot de jaren dertig binnen de grenzen van een woongebouw en werd later gerestaureerd onder leiding van Orlando Grosso.